Contact 1: Salut!
Franse accenten: Luisteroefening
|
Contact 2: ils vont où?
Contact 3: vous êtes là?
Le verbe 'être': Invuloefening
Le verbe 'être': Memory Het bepaald lidwoord: Invuloefening Het onbepaald lidwoord (enkelvoud): Invuloefening Van bepaald naar onbepaald lidwoord: Invuloefening Van onbepaald naar bepaald lidwoord: Invuloefening |
Contact 4: Tu as de la chance
Contact 5: Comment tu t'appelles?
Werkwoorden op -er: Instructie
Werkwoorden op -er: Invuloefening 1 Werkwoorden op -er: Invuloefening 2 |
Contact 6: Il est temps!
Le futur proche: Instructiefilmpje
Le futur proche: Invuloefening |
Contact 7: le professeur est très gentil
Het lidwoord: Instructie
Lidwoorden in het meervoud: Filmpje Het onbepaald lidwoord in het meervoud: Invuloefening Van onbepaald naar bepaald lidwoord: Invuloefening Van bepaald naar onbepaald lidwoord: Invuloefening Het meervoud met c'est/ce sont: Invuloefening (1) Het meervoud met c'est/ce sont: Invuloefening (2) |
Contact 8: Elles ont les cheveux blonds
Het bijvoeglijk naamwoord: Filmpje
Het bijvoeglijk naamwoord: Invuloefening (1) Het bijvoeglijk naamwoord: Invuloefening (2) Het bijvoeglijk naamwoord: Vertaaloefening Het bijvoeglijk naamwoord: Meerkeuzeoefening (1) Het bijvoeglijk naamwoord: Meerkeuzeoefening (2) Het bijvoeglijk naamwoord: Kruiswoordraadsel Het bijvoeglijk naamwoord: Invultekst |
Contact 9: Elles ont les cheveux blonds
Contact 10: ET ACEc ça?
Contact 11: Un peu plus loin
Contact 12: C'est mon chouchou
Contact 13: Quelle belle maison
Contact 14: Qui est à l'appareil?
Les verbes 'partir', 'dormir' en 'sortir': invuloefening
|
Contact 15: On a très faim
Contact 16: Je peux regarder la télé?
Le verbe 'pouvoir': invuloefening
|
Contact 17: Ce n'est pas grave
Au, à la, à l', aux: invuloefening
|
Contact 18: Je peux revenir chez vous?
Du, de la, de l', des: invuloefening
|